6 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4016570FEW voor werkstudenten in het 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Inschrijven voor dit opleidingsonderdeel is enkel mogelijk voor werkstudenten. Dagstudenten kunnen enkel registreren voor opleidingsonderdelen waarvan de code eindigt met een R. Studenten die dit opleidingsonderdeel opnemen, zijn reeds geslaagd voor "Criminologische psychologie".
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Recht en Criminologie
Verantwoordelijke vakgroep
Criminologie
Onderwijsteam
Katarzyna Uzieblo (titularis)
Onderdelen en contacturen
0 contacturen Exam
26 contacturen Lecture
50 contacturen Self study
Inhoud

De forensische psychologie situeert zich op het raakvlak tussen justitie en hulpverlening. Het betreft een breed domein, waar zowel de vrijwillige als verplichte hulpverlening onder vallen, en waar de focus op zowel de pleger als het slachtoffer van een misdrijf ligt. In dit opleidingsonderdeel maken studenten kennis met de eigenheid van deze sector en leren zij kritisch reflecteren over onderwerpen uit de forensische psychologie.

In deze lessenreeks wordt de focus gelegd op preventie van crimineel -en meer specifiek gewelddadig- gedrag (o.a. huiselijk geweld en seksueel geweld). In dit opleidingsonderdeel benaderen we gewelddadig gedrag als een volksgezondheidsprobleem. Hierbij wordt uitgebreid stilgestaan bij de uitwerking van een multidimensioneel preventiebeleid vanuit een sociaal-ecologisch perspectief met aandacht voor het individu, interpersoonlijke relaties, de gemeenschap en de samenleving.  

Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op kennis die de studenten eerder verworven in onder andere het opleidingsonderdeel Criminologische Psychologie en vult de bestaande kennis van de studenten aan. In dit opleidingsonderdeel wordt besproken hoe kennis vanuit de forensische psychologie toegepast kan worden in kader van preventie. De verschillende preventieniveaus, zijnde primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire preventie, zullen toegepast worden op verschillende doelgroepen (plegers en slachtoffers) en op uiteenlopende vormen van gewelddadig gedrag als bijvoorbeeld huiselijk, seksueel en eergerelateerd geweld.

Het accent ligt enerzijds op het verwerven van theoretische kennis. Anderzijds wordt in dit opleidingsonderdeel aandacht besteed aan de praktijk. Dit kan de vorm aannemen van gastcolleges gegeven door actoren uit het werkveld.

De colleges worden gedoceerd in het Nederlands. Voor werkstudenten worden opgenomen colleges ter beschikking gesteld.

Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Slides en teksten die de behandelde thema’s situeren en uitdiepen. Deze teksten worden ter beschikking gesteld, Canvas
Bijkomende info

Digitaal cursusmateriaal (vereist): slides en teksten die de behandelde thema’s situeren en uitdiepen. Deze teksten worden ter beschikking gesteld op Canvas. Indien van toepassing, worden de slides van de hoorcolleges na de les op Canvas geplaatst. Voor meer informatie omtrent de concrete inrichting van het studiedeel: zie Canvas.

Leerresultaten

Algemene competenties

Domeinspecifieke leerdoelstellingen:

  • Verdiepende kennis hebben van en inzicht hebben in criminologische theorieën, feiten, fenomenen en de reacties daarop en deze toepassen in een criminologische setting.
  • Criminologisch relevante (beleids)vraagstukken kritisch en multidisciplinair benaderen en evalueren.
  • Resultaten van criminologische relevant wetenschappelijk onderzoek naar waarde schatten, analyseren, interpreteren en integreren met eerder verworven kennis.
  • Getuigen van een houding van zelfstandig en levenslang leren.

Opleidingsspecifieke leerdoelstellingen:

Kennis & Inzicht:

  1. Afgestudeerden hebben een verdiepend en kritisch inzicht in de centrale concepten en paradigma’s uit de criminologie, de forensische psychologie, van de internationale criminologische theorievorming met betrekking tot een groot aantal deeldisciplines en het vakgebied;
  2. Afgestudeerden kunnen inzichten in het criminologisch en forensisch psychologisch beleids- en onderzoeksdomein vanuit een gekozen analysekader zelfstandig verdiepen en aldus de theoretische onderlegdheid vergroten met betrekking tot de eigen interessedomeinen.

Studenten: 

  • Kunnen diverse, meestal Engelstalige, psychologische onderzoeksteksten (theoretisch en empirisch) correct begrijpen, en de onderlinge samenhang, verschillen en contrasten genuanceerd identificeren en samenvatten;
  • Kunnen waar nodig op zelfstandige wijze bijkomende informatie verzamelen om de in de cursus besproken thema’s op criminologisch relevante wijze te analyseren en toe te passen;
  • Kunnen de verworven kennis toepassen op concrete criminologisch-relevante praktijkvoorbeelden.

Vaardigheden

  1. Afgestudeerden beschikken over de nodige communicatieve vaardigheden om onderzoeksbevindingen en inzichten helder en bondig, schriftelijk en mondeling, aan vakgenoten te rapporteren.
  2. Afgestudeerden kunnen een discussie voeren en in debat treden over actuele thema’s en theoretische ontwikkelingen binnen het vakgebied en dit op basis van kritische, degelijk gefundeerde reflecties en vanuit een open geest.
  3. Afgestudeerden kunnen criminologische beleids- en onderzoeksrapporten begrijpen en evalueren

Studenten: 

  • Kunnen inzichten in forensische psychologie schriftelijk, en mondeling in groep, communiceren, en hierover op wetenschappelijk verantwoorde wijze debatteren.
  • Kunnen met externe experten in overleg en discussie gaan vanuit een objectief-wetenschappelijk standpunt, en wetenschappelijke bevindingen op een heldere manier communiceren.

Attitudes

  1. Afgestudeerden hebben een kritische, onderzoekende en integere houding, die getuigt van intellectuele nieuwsgierigheid en intellectuele eerlijkheid en een ingesteldheid tot levenslang leren;
  2. Afgestudeerden hebben een wetenschappelijk disciplineoverstijgende houding met openheid voor verschillende probleemdefinities en onderzoeksmethoden;
  3. Afgestudeerden hebben een grote belangstelling voor maatschappelijke en criminologische onderwerpen en een ethisch-wetenschappelijke houding;
  4. Afgestudeerden gaan respectvol om met de emotionele aspecten van de bestudeerde fenomenen;

Studenten: 

  • Kunnen forensisch-psychologische inzichten gebruiken om te reflecteren op criminologische vraagstellingen en criminologisch-relevante praktijkvoorbeelden.
  • Kunnen aanduiden waar hun kennis onvoldoende is, of onzeker, en ondanks deze onduidelijkheid, toch wetenschappelijk reflectief met anderen spreken over hoe een praktijk-relevante vraag door wetenschappelijke kennis opgenomen kan worden.
  • Kunnen multidisciplinair lezen en analyseren, en zonder het eigen perspectief te verliezen, constructief omgaan met basiswetenschappen.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 30% van het eindcijfer

Examen Andere bepaalt 10% van het eindcijfer

HOC Groepswerk bepaalt 60% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Mondelinge verdediging met een wegingsfactor 30 en aldus 30% van het totale eindcijfer.

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Peer evaluatie met een wegingsfactor 10 en aldus 10% van het totale eindcijfer.

Binnen de categorie HOC Groepswerk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Paper met een wegingsfactor 60 en aldus 60% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:

  • Paper (60%):

De studenten werken in kleine groepen een paperopdracht uit waarin ze forensisch-psychologische inzichten met criminologische kennis en perspectieven integreren met als doel om aan een nood uit het relevante werkveld tegemoet te komen. 

  • Mondelinge verdediging (30%):

De studenten presenteren hun werkstuk en dienen vragen vanuit de studentengroep en van de docent te beantwoorden.

  • Peer evaluatie (10%):

Studenten evalueren het werk van andere groepen, formuleren een vraag tijdens de mondelinge verdediging en bespreken de presentaties kritisch.

Niet of beperkte medewerking aan de drie examenonderdelen kan aanleiding geven tot een vermindering van punten of tot een doorverwijzing naar een volgende zittijd. 

De studenten dienen bij het uitwerken van de voorgenoemde opdrachten het cursusmateriaal te gebruiken en dienen dit aan te vullen met wetenschappelijke teksten en informatie verkregen vanuit de praktijk die zij zelfstandig opzoeken en verwerken. De opdracht van de paper betreft een reflectie- of toepassingsvraag.

Voor de 2de zittijd wordt hetzelfde evaluatieformat behouden, tenzij een groepsindeling wegens een te beperkt aantal studenten (<3) onmogelijk is. Dan is de uitwerking van een individuele opdracht genoodzaakt.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de criminologische wetenschappen: Standaard traject
Educatieve master in de maatschappijwetenschappen: criminologische wetenschappen (90 ECTS, Etterbeek)