6 ECTS credits
150 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1020904ANW voor werkstudenten in het 1e en 2e semester met een inleidend bachelor niveau.
In dit werkcollege gaan de studenten op zoek naar kennis over het verleden van de mens en zijn omgeving via archeologische vondsten en hun contexten uit concrete sites. We werken elk jaar samen met archeologen van een bepaalde opgravingsproject in Vlaanderen. De archeologen selecteren een reeks van archeologische vondsten die nog niet in detail werden bestudeerd.
Het werkcollege draait rond het reconstrueren van het historisch verhaal van de site via de archeologische resten.
Elke student krijgt een vondst of een groep vondsten toegewezen om dan uiteindelijk na een jaar studie er een paper over te schrijven. Het te onderzoeken materiaal heeft telkens een eigen onderzoeksaspect. Het kan gaan van individuele vondsten in aardewerk, hout, metaal of glas tot assemblages in verschillende materialen in specifieke contexten.
De studie beperkt zich niet tot het documenteren van het archeologisch materiaal. Het gaat wel om het begrijpen van de site in zijn tijd en ruimte via de opgegraven archeologische overblijfselen.
Je formuleert gerichte onderzoeksvragen. Je voert een literatuurstudie binnen de historiografie over de site, de periode, de soort vondsten en sporen om inzicht te krijgen in de relevante onderzoeksproblemen. Je leert gebruik maken van archeologische theorie om inzicht te verwerven. De materiaalanalyse houdt in dat je de vondsten materiaaltechnisch, vormelijk, typologisch en chronologisch kan plaatsen én dat je ook de betekenis in de archeologische en sociale context kan onderzoeken.
De onderzoeststappen leer je samen met ons kennen en verkennen. In het eerste semester komen we wekelijks samen om in te gaan op het verwerven van onderzoeksdata, het opstellen van een bibliografie, het leren tekenen en fotograferen van vondsten, het leren analyseren van de site en de vondsten via diverse onderzoekmethodologieën gekaderd in de probleemstelling en/of steunend op de theoretische inzichten, het leren interpreteren van de analyses en tenslotte het leren schriftelijk rapporteren in een paper.
Aan de hand van schriftelijke en mondelinge opdrachten in semester 1 schaaf je je onderzoekcompetenties verder bij. In semester 2 werk je zelfstandig aan de paper. Je wordt daarbij opgevolgd en begeleid door middel van tussentijdse verslagjes over concrete onderzoeksaspecten die je op de gevraagde tijdstippen indient. Daarnaast is er de mogelijkheid om wekelijks op permanentie te komen.
Dit vak word intensief mee begeleid door de assistente die ook feedback geeft bij de diverse tussenstappen in het onderzoek.
Het is mogelijk dat de fieldtrips beperkte extra kosten voor de studenten met zich meebrengen die niet gecoverd zijn door de universiteit (transport).
De student kan originele archeologische vondsten en sporen verwerken, analyseren en interpreteren.
De student begrijpt de impact van formatieprocessen op de archeologische site en de vondsten.
De student is in staat om een analyse uit te voeren van vorm, materiaal, techniek, datering en functie van een archeologisch object.
De student is in staat om zichzelf te positioneren in wetenschappelijke debatten rond artefact, periode en site in het onderzoek.
De student kan rapporteren over het onderzoeksproces en een paper voor een wetenschappelijk lezerspubliek schrijven.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
WPO Praktijkopdracht bepaalt 30% van het eindcijfer
WPO Paper bepaalt 70% van het eindcijfer
Binnen de categorie WPO Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie WPO Paper dient men volgende opdrachten af te werken:
30% op de opdrachten in semester 1 en het onderzoeksproces in semesters 1 en 2. 70% op de eindpaper.
Aanwezigheid in de lessen in semester 1 is verplicht. Een te grote afwezigheid in de lessen en het niet afleveren van de opdrachten in eerste semester leidt tot een Afwezig als resultaatcode voor het gehele vak.
Tweede zit is een nieuw examen: het betekent dat de paper herwerkt dient te worden tegen de start van de tweede examenperiode. Als de student geslaagd is voor de deelopdrachten in semester 1 dan zijn die deelresultaten overdraagbaar naar tweede zit van hetzelfde academiejaar. Ze zijn echter niet overdraagbaar naar het volgende acadeiejaar omdat de casestudies elk jaar wijzigen.
Heel specifiek geldt dat de student voldoende moet behalen op de punten op de aspecten:
- kritisch benaderen van de onderzoeksdata
- inzicht in en verwerking van voldoende literatuur
- in staat zijn gepaste onderzoeksmethodes gekaderd in een actuele probleemstelling of in een theoretisch kader toe te passen
- kunnen argumenteren rond chronologie, context, vormkenmerken van objecten
- het analyseren van de archeologische context van archeologische resten.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Profiel profiel Kunstwetenschappen en archeologie
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Profiel profiel Archeologische Wetenschappen
Schakelprogramma Master of Arts in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject