6 ECTS credits
180 u studietijd
Aanbieding 2 met studiegidsnummer 1022209CNR voor alle studenten in het 2e semester met een gespecialiseerd bachelor niveau.
Met dit opleidingsonderdeel verwerven de studenten kennis van en krijgen zij een verdiepend inzicht in de basisbegrippen en - basisbeginselen van het Belgische (federale en deelstatelijke) bestuursrecht met inzicht in de werking van (in het bijzonder) het recht van de Europese Unie daarop. Omdat het bestuursrecht bijzonder ruim is, wordt met deze cursus beoogd kennis en inzicht te verschaffen in de basisbegrippen en -beginselen van het bestuursrecht aan de hand van de studie van de zgn. “klassieke” leerstukken van het bestuursrecht. Dat betekent dat, naast inzicht in de kenmerken, de specifieke bronnen (bijvoorbeeld: de beginselen van behoorlijk bestuur) en de aard van het bestuursrecht, kennis wordt verworven van de belangrijkste (publiek- en privaatrechtelijke) technieken van en in het bestuursrecht: de administratieve rechtshandeling en het administratief contract, de soorten bestuurlijke besluiten, de bestuurlijke handhaving, het hiërarchisch gezag, het bestuurlijk toezicht m.i.v. het bestuurlijk beroep, de technieken van de schorsing, de vernietiging, de goedkeuring, de intrekking, de erkenning, de vergunning enz..
Omwille van het onlosmakelijk karakter ervan met het bestuursrecht wordt ook, doch enkel waar nodig, aandacht besteed aan de jurisdictionele rechtsbescherming van de rechtszoekende tegenover de overheid.
Tevens wordt grondige kennis van en inzicht verleend in de belangrijkste geldende (geschreven en ongeschreven) rechtsregels en beginselen van een aantal bijzondere leerstukken van het bestuursrecht, met name het leerstuk van het bestuurlijk organisatie- en rechtspersonenrecht (centralisatie, decentralisatie, overheidsrechtspersonen) , de rechtspositieregeling van het overheidspersoneel, de administratieve contracten (overheidsopdrachten, concessies en andere publiek – private samenwerkingcontracten), m.i.v. hun gunningsregels en, tot slot, het bestuurlijk goederenrecht (domeinrecht, onteigening, opeising, erfdienstbaarheden ten algemene nutte).
Tijdens de hoorcolleges in het dagonderwijs zullen de klassieke en bijzondere leerstukken (zie Inhoud) van het bestuursrecht worden overlopen. De hoorcolleges worden opgenomen en in Canvas geplaatst. Zij kunnen gedurende het hele academiejaar worden geraadpleegd. Korte webinars over actuele onderwerpen kunnen ook worden gehanteerd en via Canvas ter beschikking worden gesteld. Er wordt de studenten een kapstok en syntheseoverzicht gegeven van de te kennen stof aan de hand van Powerpoint-presentaties (PPP) die digitaal ter beschikking worden gesteld via het leerplatform Canvas. De te kennen stof wordt inzichtelijk gemaakt door ze te illustreren aan de hand van talrijke praktijkvoorbeelden. Tevens worden de studenten aangemoedigd om interactief vragen te stellen. De hoorcolleges worden opgenomen en, aanvullend, ter beschikking gesteld. Een student moet er zich van bewust zijn dat een opname het hoorcollege niet geheel kan vervangen. Deelname aan de hoorcolleges 'on campus' wordt dan ook sterk aanbevolen, aanbeveling die uiteraard slechts geldt buiten noodsituaties (cfr. coronacrisis 2020-2021).
Specifiek voor de werkstudenten die toegang hebben tot de opnames van de hoorcolleges en tot de Powerpoint-presentaties worden twee bijeenkomsten georganiseerd van elk drie uur tijdens dewelke zij vragen kunnen stellen over de gedoceerde stof. Zij dienen de vragen minstens een week vooraf aan de docent over te maken.
Belangwekkende arresten of doctrinale bijdragen kunnen door de docent tijdens de hoorcolleges worden vermeld en, in voorkomend geval, op het leerplatform worden gepost.
De studenten dienen de PPP die slechts een kapstok zijn te bewerken met de informatie tijdens de hoorcolleges en daarbij intensief gebruik te maken van het handboek.
Tot slot kan gebruik worden gemaakt van vernieuwende onderwijstools: zoals vergaderingen in groep via de vergaderingentool van Canvas of Teams.
De studenten:
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:
1ste zittijd:
Mondeling examen "on campus" met schriftelijke voorbereidingstijd van ca 30 minuten. De schriftelijke voorbereiding is louter voorbereidend. Het mondeling examen wordt 'ad rem' gebracht met dien verstande dat op dat ogenblik door de docent bijkomende, verdiepende vragen worden gesteld. Examen 'on campus' : de studenten worden voor het examen "per blok" opgeroepen en trekken bij het binnenkomen een blad waarop vier vragen voorkomen (bv een begrip dat moet worden uitgelegd en gesitueerd in de cursus, waarvan de rechtsgrond moet worden aangeduid en waarvan de wezenskenmerken worden beschreven en aan de hand van een voorbeeld kan worden geillustreerd). De antwoorden op de vragen worden schriftelijk voorbereid. Na die voorbereiding worden de studenten individueel bij de titularis geroepen. Bijkomende (verdiepende) vragen kunnen over een vraag worden gesteld.
Toelichting: Het wetboek mag worden gebruikt tijdens de schriftelijke voorbereiding doch NIET tijdens het mondelinge examen zelf. Daar de cursus wordt opgevat als een basiscursus wordt van de student verwacht dat hij parate kennis heeft verworven van de basisbeginselen en rechtsregels van het bestuursrecht.
Voorbeeld examenvragen:
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de rechten: Standaard traject
Bachelor in de rechten: Verkort traject
Master in de rechten: Verkort traject
Schakelprogramma Master of Laws in de rechten: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Laws in de rechten: Standaard traject