6 ECTS credits
180 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1023236ANW voor werkstudenten in het 1e en 2e semester van een even academiejaar (bvb. 2012-2013) met een inleidend bachelor niveau.
De bedoeling van dit vak is om studenten zelfstandig aan historisch onderzoek over de middeleeuwse periode te leren doen. Aan de hand van een reeks opdrachten die door elke student moeten worden volbracht worden stap voor stap de voornaamste historische vaardigheden bijgebracht. Deze zelfwerkzaamheid gebeurt altijd binnen een onderzoeksthema dat jaarlijks wordt aangepast. De opdrachten bestaan uit een literatuurtaak, waarbij een wetenschappelijke publicatie kritisch moet worden beoordeeld; een bibliografietaak, waarbij een beredeneerde bibliografie moet worden opgesteld over een onderwerp; een brontaak, waarbij een primaire bron over het onderwerp moet worden geanalyseerd; en een probleemstellingstaak, waarbij een relevante onderzoeksvraag dient te worden opgesteld. Tijdens de lente wordt in een presentatie mondeling verslag uitgebracht over de onderzoeksactiviteiten en als laatste stap wordt een eigen wetenschappelijke paper geschreven op basis van literatuur- en bronnenonderzoek. Tijdens collectieve bijeenkomsten krijgen studenten de nodige historische context en een overzicht van de belangrijkste referentiewerken en bronnen voor de middeleeuwse periode, die ze in hun onderzoeksactiviteiten verondersteld worden te gebruiken, worden de opdrachten uiteengezet en worden de resultaten van de taken besproken. Bij het schrijven van de wetenschappelijke paper wordt individuele begeleiding door het docententeam voorzien.
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Slides
Praktisch cursusmateriaal (Vereist) : Lesnota's
Aanwezigheid tijdens de bijeenkomsten is verplicht.
Studenten verwerven inzicht in de praktische kant van het historisch onderzoek.
Studenten kunnen zelfstandig wetenschappelijke literatuur en archiefbronnen opzoeken.
Studenten kunnen historische informatie kritisch beoordelen.
Studenten kunnen mondeling rapporteren over hun onderzoeksresultaten.
Studenten kunnen schriftelijk verslag uitbrengen over hun onderzoeksresultaten in een wetenschappelijke paper.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
ZELF Presentatie bepaalt 10% van het eindcijfer
ZELF Paper bepaalt 90% van het eindcijfer
Binnen de categorie ZELF Presentatie dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:
De vier deeltaken van de praktijkopdracht (literatuur-, bibliografie-, bron- en probleemstellingstaak) worden beoordeeld volgens een pass or fail principe. De student dient voor elk van de deeltaken een pass te behalen om een eindcijfer voor het vak te kunnen krijgen. Voor de deeltaken waar geen pass voor werd behaald, krijgt de student een herkansing in de tweede zittijd. Bij een onvoldoende of afwezigheid op de paper in de eerste zittijd kan een nieuwe/herwerkte paper worden ingediend in de tweede zittijd.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de geschiedenis: minor Human Sciences
Bachelor in de geschiedenis: minor Social Sciences
Schakelprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (63 ECTS)
Schakelprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (84 ECTS)
Schakelprogramma Educatieve Master of Science in de cultuurwetenschappen: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (63 ECTS)
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (84 ECTS)