Doelstellingen

  

Terug naar boven

Leerresultaten

De agoog treedt op als begeleider, innovator in beleid en praktijk, en onderzoeker binnen vier domeinen van de Agogische Wetenschappen: cultuur, sociaal welzijn, onderwijs of vrijetijd. Doel is om individuen en groepen sterker te maken, met bijzondere aandacht voor achterstelling en kwetsbaarheid. Dat veronderstelt dat de agoog veranderingsgericht werkt; en emancipatie, autonomie, levenslang leren en participatie beoogt. De agoog is daarbij gericht op het aansturen van systemische veranderingsprocessen van voortdurend wijzigende maatschappelijke vraagstukken en uitdagingen. Daarbij koppelt de agoog theorieën aan praktijk, met oog voor het ethisch-morele en methodisch-organisatorische. De opleiding agogische wetenschappen is multidisciplinair en bouwt voornamelijk verder op psychologie, sociologie en filosofie.
 
De wetenschappelijke en professionele basishouding van de agoog
  1. Toegerust met een ruim agogisch, interdisciplinair denkkader is de agoog in staat om uitgaand van een complexe probleemstelling in een gespecialiseerd domein een originele bijdrage te leveren aan de kennis van het vakgebied.
  2. De agoog is daartoe in staat om de agogische probleemstelling binnen een dynamische en onzekere maatschappelijke context te diagnosticeren, te analyseren, eventueel verder te onderzoeken en er originele oplossingen voor te ontwerpen.
  3. De agoog is in staat om zijn vermogen tot wetenschappelijke informatieverwerving- en verwerking in te zetten in een internationale en multiculturele maatschappelijke context binnen zijn domein van specialisatie, met bijzondere aandacht voor kwetsbaarheid en achterstelling.
  4. De agoog handelt op basis van wetenschappelijke evidentie, ethische overwegingen en met een kritische ingesteldheid, ook ten aanzien van de eigen aanpak, en heeft daarbij een duurzaam maatschappelijk welzijn voor ogen.     
  5. De agoog is in staat om eigen bevindingen en probleemoplossingen mondeling en schriftelijk te communiceren naar cliënten, doelgroepen, gemeenschappen en specialisten op een emancipatorisch gerichte wijze.
  6. De agoog kent het wetenschappelijk onderzoeksinstrumentarium, is zich bewust van zowel de mogelijkheden als de beperkingen van (eigen) wetenschappelijk onderzoek, en kan onderzoek actief aanwenden om agogische vraagstukken aan te pakken.
  7. De agoog is in staat en bereid om zich voortdurend bij te scholen en kennis en vaardigheden op te doen binnen het specialiserend domein. Ook een eigen actieve en creatieve bijdrage tot kennisverwerking en kennisontwikkeling maken hiervan deel uit.
  8. De agoog kan in een multidisciplinair professionele omgeving samenwerken met anderen.
De agoog profileert en specialiseert zich als begeleider, innovator in beheer en beleid, en onderzoeker binnen één domein van de Agogische Wetenschappen: cultuur, sociaal welzijn, onderwijs of vrijetijd. Dit proces wordt geïnitieerd in 3e bachelor en voltooid in de master.
 
Rol van begeleider
 
In de volle complexiteit van authentieke begeleidingssituaties,
  1. Kan de agoog op maat processen begeleiden die mensen stimuleren tot eigen betekenisgeving, behoeftearticulatie en doeloriëntatie.
  2. Is de agoog in staat om adequate, educatieve begeleidingstechnieken te ontwerpen, en vertrekt daarbij vanuit een dialogische relatie met de betrokkenen.
  3. Kan de agoog een afweging maken tussen verschillende ethische en deontologische perspectieven, en brengt daarbij de maatschappelijke achtergronden die aan de basis liggen van sociale, culturele, educatieve en vrijetijdsprocessen in rekening.
  4. Kan de agoog zijn nodige vaardigheden en een attitude van kritische openheid en respect aanwenden om in concrete contexten groepen en mensen te begeleiden naar een bredere autonomie en zelfwerkzaamheid.
 
Rol van innovator in beleid en praktijk
  1. De agoog kan project- en innovatie management-skills toepassen in een agogische context, en heeft inzicht in het coachen van menselijk kapitaal en groepsdynamiek.
  2. Vanuit zijn agogisch denkkader ontwikkelt de agoog een kritisch-analytische kijk op de werking van organisaties binnen zijn specialisatiedomein.
  3. Vanuit die kritische analyse, is de agoog in staat om voorstellen te formuleren voor een optimale coördinatie van professionele en sociale netwerken en transitieve processen gericht op systeemverandering.
  4. De agoog kan de juridische en organisatorische regelgeving inzake maatschappelijke ontwikkelingen en problemen kritisch in vraag stellen en deze bijsturen.
  5. Vanuit zijn agogisch denkkader ontwikkelt de agoog een kritisch-analytische kijk op de beleidscontouren en beleidsstructuren van overheden binnen zijn specialisatiedomein.
  6. Vanuit die kritische analyse is de agoog in staat om beleidsaanbevelingen te formuleren gericht op institutionele versterking en democratische besluitvorming door middel van participatie en actief burgerschap.
  7. De agoog kan beleid in verschillende sectoren, domeinen en categorieën integreren, maar ook aspecten als duurzaamheid, pluralisme en internationalisering/globalisering.
 
Rol van onderzoeker
  1. De agoog is in staat om de meest gangbare onderzoeksmethoden binnen het empirisch analytische en kwalitatief interpretatieve paradigma te gebruiken.
  2. De agoog is in staat om autonoom probleemstellingen te identificeren, onderzoeksvragen te formuleren en deze via een onderbouwd onderzoeksontwerp op een kritisch- wetenschappelijke manier te bestuderen en te rapporteren.

Terug naar boven

Studieplannen

In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:

profiel culturele agogiek
profiel onderwijsagogiek
profiel sociale agogiek

Terug naar boven